Uien bespuiten
home   /   teelt  /   ziekten

Ziekten


Valse meeldauw in uien is een veelvoorkomende en potentieel zeer schadelijke schimmelziekte die veroorzaakt wordt door de oömyceet Peronospora destructor. Deze ziekte komt vooral voor in gebieden met een vochtig en koel klimaat en kan leiden tot aanzienlijke opbrengstverliezen als er niet op tijd wordt ingegrepen.

Wat is valse meeldauw precies?
Valse meeldauw is een schimmelachtige ziekte (oömyceet) die planten infecteert via sporen. Bij uien treedt de infectie meestal op in het voorjaar en de vroege zomer, wanneer de omstandigheden gunstig zijn: koel en vochtig weer, dauw of nevel, en nat blad.

Herkenning van symptomen

Op bladeren:
Bleekgroene tot gele vlekken op de bladeren, die later bruin en necrotisch worden.
Paarsgrijs schimmelpluis op de vlekken, vooral zichtbaar in de ochtend wanneer het vochtig is.
Verwelking of afsterving van bladeren bij ernstige aantasting.

Op zaailingen of jonge planten:
Planten kunnen voortijdig verwelken of afsterven.
Achterblijvende groei of misvorming.

Op bollen (bij bewaring):
De schimmel zelf tast de bollen niet direct aan, maar verzwakte planten produceren kleinere, gevoelige of niet-houdbare bollen.
Indirecte schade: grotere kans op secundaire rot (door bacteriën of andere schimmels tijdens bewaring).

Oorzaken en verspreiding
  • Sporen worden verspreid via de wind, waterdruppels of besmet plantmateriaal.
  • De ziekte overleeft op gewasresten of in geïnfecteerde bollen en kan meerdere jaren in de grond blijven.
  • Dauw, nevel en regen creëren ideale omstandigheden voor infectie.
  • Nachtelijke bladnatheid van minimaal 6 uur is vaak voldoende voor infectie.

Gevolgen van infectie
  • Tot wel 50% opbrengstverlies bij ernstige infecties.
  • Kwaliteitsverlies van de uien, met slechtere bewaarbaarheid.
  • Hogere kans op infecties door andere ziekteverwekkers.

Preventie en bestrijding

Teeltmaatregelen:
  • Vruchtwisseling: Minimaal 4 jaar geen uien telen op hetzelfde perceel.
  • Gebruik van gezond pootgoed: voorkom verspreiding via besmet plantmateriaal.
  • Ruim plantafstand: verbetert luchtcirculatie en vermindert bladnatheid.
  • Verwijderen van gewasresten na de oogst.

Chemische bestrijding:
Schimmelbestrijdingsmiddelen (fungiciden) op basis van o.a. mancozeb, dimethomorf of azoxystrobin kunnen effectief zijn.

Bespuitingen moeten preventief of bij eerste symptomen worden uitgevoerd.
Wissel werkzame stoffen af om resistentie te voorkomen.

Weersafhankelijke waarschuwingen:
In Nederland wordt via systemen als Botrytis/Peronospora-waarschuwingsmodellen voorspeld wanneer infectierisico's groot zijn.

Let op meldingen van gewasbeschermingsdiensten (zoals Delphy of WUR).

Combinatie met andere ziekten
Valse meeldauw komt vaak samen voor met andere schimmelziekten zoals:
  • Bladvlekkenziekte (Stemphylium)
  • Echte meeldauw
  • Botrytis (koprot)
Daarom is een integrale aanpak van ziektemanagement cruciaal.



 
Bladvlekkenziekte

Wat is Bladvlekkenziekte (Stemphylium vesicarium)?
Bladvlekkenziekte is een schimmelziekte veroorzaakt door de schimmel Stemphylium vesicarium. De ziekte treft vooral het loof van de ui en kan leiden tot voortijdige afsterving van de bladeren, wat de groei en bolontwikkeling negatief beïnvloedt.

Oorzaak
  • Pathogeen: Stemphylium vesicarium
  • Overleving: De schimmel overwintert in gewasresten op het veld.
  • Verspreiding: Via wind, regen en sporen (conidiën).
  • Ingangspoorten: Vooral via beschadigd weefsel (bijv. na hagel, insectenvraat of mechanische schade).

Omstandigheden voor infectie
  • Hoge luchtvochtigheid (>90%)
  • Lange bladnatperiodes (>12 uur)
  • Temperatuur tussen 18°C en 27°C
  • Dichte gewassen en slechte luchtcirculatie

Symptomen
  • Kleine, waterige vlekken op de bladeren
  • Vlekken worden snel groter en bruin tot zwart
  • Bladpuntsterfte (necrose)
  • Versnelde loofafsterving
  • Soms secundaire infecties met bacteriën of andere schimmels

Gevolgen
  • Verminderde fotosynthese
  • Lagere opbrengst en kleinere uien
  • Slechtere bewaarbaarheid van de bollen

Beheersing en Preventie

Preventief:
  • Ruime rijenafstand voor betere ventilatie
  • Vroege oogst bij hoge druk
  • Hygiëne: gewasresten verwijderen
  • Weerbestendige rassen indien beschikbaar

Curatief:
  • Fungiciden  (controleer lokale regelgeving)
  • Tijdige en afwisselende toepassing om resistentie te voorkomen
  • Monitoring met bladvallen en weerstations





Stemphylium

Stemphylium in uien, ook wel bekend als Stemphylium Leaf Blight, is een belangrijke schimmelziekte die vooral voorkomt in uienteeltgebieden met een vochtig klimaat. De ziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Stemphylium vesicarium en kan aanzienlijke schade aanrichten aan het loof, wat de opbrengst en kwaliteit van de uien vermindert.

Oorzaak
De schimmel Stemphylium vesicarium infecteert de plant via kleine wondjes of natuurlijke openingen, vaak nadat er schade is door andere factoren zoals hagel, trips of eerdere infecties (bijv. valse meeldauw of bladvlekkenziekte door Alternaria).

Symptomen

Bladvlekken:
  • Kleine, waterige vlekjes die snel uitgroeien tot langwerpige, donkerbruine tot zwarte vlekken.
  • Deze vlekken kunnen samenvloeien en grote delen van het blad aantasten.
  • Bladverwelking en afsterving:
  • Aangetaste bladeren sterven voortijdig af, beginnend bij de toppen.
  • Het loof kleurt geel/bruin en valt slap om.

Invloed op opbrengst:

Door het vroegtijdig afsterven van het loof wordt de groei van de bol onderbroken, wat leidt tot kleinere uien.

Verspreiding en omstandigheden
De schimmel ontwikkelt zich het best bij vochtige omstandigheden (hoge luchtvochtigheid, dauw of regen).
Temperatuur: 15–30°C (optimaal rond de 20–25°C).
Spatwater, wind en besmet plantmateriaal verspreiden de schimmel.
Bladnat periodes van meer dan 12 uur bevorderen infectie sterk.

Verwarring met andere ziekten
Stemphylium lijkt op Alternaria porri (bladvlekkenziekte) en valse meeldauw, maar heeft:
  • Donkerdere, scherpere bladvlekken.
  • Snellere afsterving van bladeren.
  • Een labtest is soms nodig voor een definitieve diagnose.

Preventie en bestrijding
  1. Teeltmaatregelen:
  • Ruime vruchtwisseling (minimaal 3-4 jaar geen uien op hetzelfde perceel).
  • ​Weerbare rassen gebruiken (indien beschikbaar).
  • Goede loofgezondheid behouden (voorkom stress en insectenschade).
  • Tripsbestrijding, omdat wonden van trips infectie bevorderen.
  • Voldoende luchtcirculatie in het gewas door juiste plantafstand.
2. Gewasbescherming:
  • Fungiciden inzetten zodra het loof begint te sluiten, vooral bij vochtig weer.
  • Werkzame stoffen zoals boscalid, difenoconazool, of propineb (afhankelijk van nationale toelatingen).
  • Afwisseling van middelen om resistentievorming te voorkomen.
3. Hygiëne:
  • Verwijderen van plantenresten na de oogst.
  • Schoon uitgangsmateriaal gebruiken.
Economisch belang
Bij ernstige aantasting kan de opbrengst met 30–50% dalen.
Ook de bewaarbaarheid van de uien wordt verminderd.

 
Roest 
Te herkennen aan aanvankelijk gele plekjes op het blad die later roestkleurig worden en opruwen. Wanneer de roestplek roestig wordt is er sprake van spoorvorming. Roest is een schimmel die zich op deze manier voortplant. Verspreiding van roest vindt alleen plaats bij vochtig weer met temperaturen tussen 15 en 20o C. Bij ui is de ziekte zelden een probleem. 
 
Stemphylium-soorten
De ziektebeelden van bladvlekkenziekte en valse meeldauw zijn algemeen bekend maar vooral de aantasting door Stemphylium is voor veel uientelers onbekend. De aantasting door Stemphylium komt echter regelmatig voor maar wordt niet altijd herkend. Dit komt omdat deze aantasting veel lijkt op een vroeg afstervend uiengewas. Stemphylium is een schimmel die vooral kans krijgt als het gewas niet in topconditie is.
Mogelijke oorzaken van Stemphylium kunnen zijn, beschadigd blad (kleine scheurtjes, bladbreuk en insecten schade), plaatsen die eerder door andere schimmels zijn aangetast of verzwakt gewas door ander oorzaken.

Bij langere bladnatperiodes kan Stemphylium ook op een gezond en onbeschadigd blad een infectie veroorzaken. De infecties kunnen plaats vinden als de omstandigheden gunstig zijn, de tijd van het jaar is van minder belang. De beginaantasting is te herkennen aan een ovale, geelwitte vlek met een bruinachtig centrum. De grootte van de aantasting kan variëren van 0,5 cm (jong Stadium) tot een geheel aangetast blad. Naarmate de vlek groter wordt veranderd de vorm van ovaal naar langwerpig. Op de geelverkleurende bladeren zijn dan ook meerdere vlekken waarneembaar. deze iets langwerpige vlekken zijn bruinachtig (van geelbruin tot roodbruin) van kleur. Vanuit deze vlekken kan de schimmel toxines afscheiden die een geelverkleuring en verder afsterving van het blad veroorzaken. Vooral in 200 werd deze ziekte regelmatig waargenomen in Zuidwest Nederland.